Adam Colton, Zonder titel, 1996
Centrum Den Haag: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt
Tussen de trams en de gevels in het drukke Haagse centrum staat een
onwezenlijk oerlandschap. Als een icoon van het ongerepte in een
gebouwde wereld van steen. Het aluminium beeld met z'n rijzige,
afgetopte spitsen is van beeldhouwer
Adam Colton (1957). Beeld en sokkel vormen een geheel, terwijl
de oppervlaktebehandeling van de twee onderdelen compleet verschilt: de
rotsen zijn ruw, de sokkel glad gepolijst.
Het beeld is een vervolg op
een serie bevreemdende sculpturen van wit steengoed en porselein, die
Colton in 1994 presenteerde bij galerie Art & Project in Slootdorp.
Deze beelden hebben in vergelijking met het sokkelbeeld van twee jaar
later minder hoge punten. Ze lijken op sterk geƫrodeerde bergspitsen of
de tanden uit het opgegraven gebit van een dinosauriƫr.
In dit werk wordt zichtbaar dat de natuur voor Colton als bron van
inspiratie fungeert. Onder de natuur verstaat hij echter ook zijn eigen
armen en benen. Vanaf het begin van de jaren tachtig maakt Colton
gedetailleerde lijntekeningen en sculpturen op basis van
driedimensionale patronen van die lichaamsdelen. Op het eerste gezicht
vertonen deze tekeningen en beelden overeenkomst met architectuur en
bouwkundige modellen. Hetzelfde geldt voor de kubusachtige sculpturen
die na 1985 ontstaan. Toch zijn ook die geometrische vormen terug te
voeren op de ruimtelijke analyse van organische welvingen van
bijvoorbeeld een schedel. Vaak werkt Colton zijn abstracte beelden
open. Daardoor is niet alleen de inwendige structuur zichtbaar,
tegelijkertijd wordt duidelijk hoe de binnen- en de buitenkant zich tot
elkaar verhouden.
Colton streeft niet naar een precieze weergave van
zijn observaties van natuur en ruimte. Al schetsend transformeert hij
de vormen van zijn onderwerp. Daardoor is niet altijd even duidelijk
waar het uiteindelijke beeld zijn oorsprong vond. Dat geldt ook voor
het sokkelbeeld.
Terug naar overzicht De Beeldengalerij van P. Struycken
- 1996