Aanmoedigingsprijs 2004

Myung Feyen, Martie de Groot, Erik Jutten, Annelies Kuiper, Margot Lamers, Zaida Oenema

Stroom maakte in 2004 voor de 14e keer haar jaarlijkse ronde langs de eindexamenexpositie van de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten.

In dit kader hebben Myung Feyen, Martie de Groot, Erik Jutten, Annelies Kuiper, Margot Lamers en Zaida Oenema ieder een aanmoedigingsprijs van € 500,- ontvangen, om hen hiermee te stimuleren in de verdere ontwikkeling van hun werk.

De werkgroep was verrast door de miniatuurschilderijen van Margot Lamers (Beeldende Kunst, voltijd). Kiekjes-achtige voorstellingen, die niet gefijnschilderd zijn, maar met een zwierige techniek opgezet. Hierdoor slaagt zij er in ondanks het kleine formaat een voorstelling met presence te realiseren.

Bij de tekeningen van Martie de Groot (Beeldende Kunst, deeltijd) vielen inhoud en vorm heel mooi samen. De tekeningen zijn opgebouwd uit lagen papier op karton waarin is gesneden, geknipt, en waarvan delen aan elkaar zijn genaaid of met spelden zijn vastgeprikt. Een heftige manier van werken die parallel gaat met de vileine voorstellingen uit het menselijk bestaan.

Voor Myung Feyen (Beeldende Kunst, voltijd) is de persoonlijke omgeving bron van inspiratie. Zij weet dit door de manier van presenteren naar zo'n abstract niveau te transformeren, dat haar verzameling persoonlijk getinte fotoboekjes, enquêteformulieren en aantekeningen op de muur, raadselachtig en geheimzinnig zijn.

Het eigen atelier is nogal eens onderwerp van een presentatie. Erik Jutten (Beeldende Kunst, voltijd) speelt daar op in met een intelligente installatie. Daarmee zet hij de toeschouwer even op het verkeerde been: betreft het een presentatie of een ateliersituatie? Met behulp van aanwezige requisieten, op video opgenomen gesprekken met medestudenten en een maquette reconstrueerde hij de werkomgeving van zijn eindexamenjaar. Jutten treedt op als manipulator, analyseert, legt bloot en bespeelt zijn collega's bij het ter discussie stellen van de kunstacademische opleiding.

Opvallend voor de werkgroep waren tenslotte twee studenten van de afdeling fotografie.
Annelies Kuiper (Fotografie, voltijd) liet een intrigerende installatie zien. Zij combineerde hierin twee uitgesproken contrasterende manieren van fotografie die ze zeer adequaat op de inhoud afstemde. Enerzijds waren dat de grote close-up portretten van familieleden, anderzijds de reeks zakelijk gefotografeerde gevels van kantoorgebouwen. Daarbij hing in tekst een overzicht van de fraudegevallen bij de betreffende bedrijven en een tekstboekje met verhalen over de in dat verband betrokken familieleden. Dit werk bestond uit een vreemde mengeling van afstand en betrokkenheid, waarbij onbegrip omslaat in fascinatie op het moment dat het verhaal achter de beelden duidelijk wordt.

Bij Zaida Oenema (Fotografie, voltijd) was het niet zozeer de serie bijna clichématige documentaire foto's van asielzoekers, die de werkgroep boeide, maar vooral de vier verrassende korte videofilmpjes van mensen in wezenloze gedragingen. Op het eerste gezicht lijken de beelden geënsceneerd, zoals we dat in de beeldende kunst kennen; bij nader inzien blijken zij de dagelijkse realiteit van asielzoekers die hun tijd proberen door te komen.