Ernst Hazenbroek, 1994, 'Placebo', staal foto: Hein van Liempd
Ernst Hazenbroek, 'Placebo', 1994
Ernst Hazenbroek, Placebo, 1994
Centrum Den Haag: Spui - Grote Marktstraat - Kalvermarkt
Reusachtige beelden uit plaatstaal van wel acht tot vijftien meter hoog. Geschilderd in stevige kleuren. Dat zijn beelden die Ernst Hazenbroek (1954) eind jaren tachtig, begin jaren negentig voor twee rotondes in de gemeente Amersfoort en Alphen aan de Rijn heeft gemaakt. Deze robuuste beelden ontstonden in een enorme loods en zijn - geheel tegen de principes van bouwen en de zwaartekracht in - van bovenaf geconstrueerd. Daartoe snijdt Hazenbroek plaatstaal aan stukken. Vervolgens hijst hij de verschillende delen met behulp van takels omhoog en verschuift hij ze net zolang totdat hij de juiste compositie heeft gevonden. Deze werkwijze is vergelijkbaar met het maken van een collage van karton. Al is het materiaal vele malen zwaarder en is het in je eentje moeilijk te hanteren.
Bij deze twee beelden van Hazenbroek is direct de verwantschap met de sculpturen van David Smith (1906-1965) en Anthony Caro (1924) herkenbaar. Deze bekende Amerikaanse beeldhouwers maakten in de jaren vijftig en zestig furore met abstracte sculpturen die zij construeerden uit staal.
De verwantschap met de Amerikaanse abstract expressionistische beeldhouwers is in de beelden van de afgelopen tien, vijftien jaar veel minder (letterlijk) aanwezig. Voor deze sculpturen heeft Hazenbroek de cilinder tot uitgangspunt gekozen. Die snijdt hij in stukken om vervolgens van de krullen die ontstaan aanhangsels te maken die hij verschillende kanten opbuigt. Ook voor zijn sokkelbeeld diende een cilinder als uitgangspunt. Deze is diagonaal doorgesneden en verder uit- en opengeklapt tot een abstract, verticaal stilleven. De onmogelijke dikte van de cilinder en het verzet van het materiaal zijn duidelijk zichtbaar. Desondanks heeft Hazenbroek het naar zijn hand weten te zetten.