Stroom Bibliotheeksessies: Maurice van Es

Vrijdag 26 februari 2016
Locatie: bibliotheek Stroom Den Haag, Hogewal 1-9, Den Haag
Archief Stroom Bibliotheeksessies


Op vrijdag 26 februari vond de eerste bibliotheeksessie van 2016 plaats met als hoofdgast Maurice van Es, een kunstenaar die via het medium fotografie de wereld waarin hij leeft onderzoekt door er uiterst precies naar te kijken. In 2013 studeerde hij af aan de KABK in Den Haag.

RVB Books in Parijs publiceerde eind 2015 "now will not be with us forever" van Maurice van Es, acht mooi vormgegeven fotoboekjes samengebracht in een witte wikkel. Door in te zoomen op iets dat hem persoonlijk raakt legt hij in deze boekjes steeds weer een moment vast dat nooit meer terug zal keren. Van Es concentreert zich op zijn directe omgeving, maar weet die in zijn foto's subtiel te overstijgen. Hij fotografeerde zijn jongere broer elke ochtend het beeld uitlopend bij het verlaten van het huis, of zijn grootvader die een trui aantrekt. Ook legt hij vlekken, scheurtjes en wasgoedinstallaties vast, en zijn vader die in de auto op hem wacht bij het station. De spanning tussen het uiterst persoonlijke en het algemeen menselijke is steeds weer voelbaar in de foto's die Van Es maakt. In zijn fotoboeken krijgt de intieme werkelijkheid door zijn uiterst geconcentreerde blik een verontrustende,  poëtische en soms absurde dimensie.

Hyperallergic, een belangrijk internetforum voor kunst en cultuur, schreef onlangs over het werk van Maurice van Es: 'Like a breath of fresh air, Dutch photographer Maurice van Es's ‘now will not be with us forever' (RVB Books, 2015) provides a welcome alternative to the haze of apathy, distrust, and sarcasm that permeate contemporary media and visual culture.' >> lees verder op Hyperallergic

De boekentas van Maurice van Es
Voor deze bibliotheeksessie nam Maurice een tas met publicaties mee die hem geïnspireerd hebben als kunstenaar. Het eerste boek dat hij ons liet zien was gelijk een uitgesproken beginselverklaring: ‘Naar het lijk - Het Nederlandse doodsportret 1500-heden', staat vol met afbeeldingen van zojuist overleden mensen, van baby's tot ouden van dagen. Vaak was dit het enige portret van deze mens, de enige herinnering aan zijn aardse verschijning. In zijn eigen werk laat Van Es ook steeds weer details uit het leven zien die zonder zijn aandacht voorgoed zouden opgaan in de vergetelheid.

Die aandacht voor dingen die als iets vanzelfsprekends worden aangenomen maar die bij nadere inspectie zo bijzonder blijken te zijn herkent hij bij zijn favoriete dichter, de Poolse Wislawa Szymborska, en de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges, en ook bij kunstenaars als Hans-Peter Feldmann en Daan van Golden. Na het voordragen van een aantal gedichten waaronder ‘Een ui' en ‘Een bijdrage tot de statistiek' van Szymborska, liet hij een fragment zien uit de sitcom Seinfeld, waarin de hoofdpersonen brainstormen over ‘a show about nothing'. "Everybody makes shows about ‘something', we do it about ‘nothing'".
De aandacht voor het nietige detail, dat kan staan voor iets groters en algemeen menselijks, staat aan de basis van het kunstenaarschap van Maurice van Es.

Naar het lijk : Het Nederlandse doodsportret 1500-heden / redactie Bert Sliggers ; met bijdragen van Wim Cappers, Frits Scholten, Jan Baptist Bedaux [...et al.]. - Zutphen : Walburg Pers, 1998. - 224 p. : ills. ; 28 cm
Bevat persoonsregister.
‘Naar het lijk : Het Nederlandse doodsportet 1500-heden' behandelt geschilderde, getekende en gegraveerde doodsportretten, afgegoten en gebeeldhouwde handen, dodenmaskers en post mortem foto's. Van volwassenen en vooral van kinderen. Tot de 16e eeuw was het doodsportret voorbehouden aan vorsten, adel en clerus. Later kon ook de hogere burgerij zich voor de eeuwigheid laten portretteren. Na een inzinking in de 18e eeuw, won het doodsportret onder invloed van de Romantiek weer terrein. Toen de fotografie omstreeks 185O zijn intrede deed, was het bijna voor iedereen mogelijk de gelaatstrekken van de overleden medemens vast te leggen: de post mortem fotografie nam een zeer hoge vlucht.

Wisława Szymborska : Einde en begin - verzamelde gedichten / Uit het Pools vertaald door Gerard Rasch. - Amsterdam : Uitgeverij Meulenhoff, veertiende druk 2011. - 368 p.
‘Einde en begin. Verzamelde gedichten' omvat de vertaling van vrijwel alle gedichten die Wisława Szymborska sinds 1957 heeft gepubliceerd. Szymborska slaagt er telkens in zich over het meest alledaagse te verwonderen en daarin een nieuw perspectief te openen: nuchter, helder, direct en vaak met humor. In een interview met NRC Handelsblad zei ze hierover: ‘De verbazing, de verwondering mag je niet verliezen. Bij alle desillusie moeten die overeind blijven. De verwondering is de belangrijkste missie van de dichter... het is het hoofdthema van de poëzie.'

Jorge Luis Borges : Alle gedichten / Vertaald door Barber van der Pol en Maarten Steenmeijer. - Amsterdam : Uitgeverij De Bezige Bij, 2011. - 1152 p.
Jorge Luis Borges (Buenos Aires, 1899 - 1986) verwierf vooral wereldfaam met zijn verhalen, verzameld in De Aleph en andere verhalen. Hij geldt als de belangrijkste Zuid-Amerikaanse prozaschrijver van de twintigste eeuw. Toch zag hij zichzelf in de eerste plaats als dichter. Met name in de laatste dertig jaar van zijn leven schreef hij graag poëzie. Vanaf de jaren veertig raakte hij langzamerhand blind. Hierdoor was hij tijdens het schrijven niet alleen veel meer aangewezen op zijn geheugen en op kortere geschriften, ook gaf poëzie hem de mogelijkheid persoonlijker te zijn dan proza.

Douw Draaisma : Vergeetboek / Groningen : Historische Uitgeverij, 210. - 280 p.
In het ‘Vergeetboek' bewijst Draaisma opnieuw zijn talent om op even originele als lichtvoetige wijze literaire en wetenschappelijke bronnen te combineren. Romans, films, schilderijen en foto's worden afgewisseld met voorbeelden uit de psychologie, psychiatrie, neurologie en filosofie. Haast terloops ontvouwt hij zo de werking van ons vergeten, en ontmaskert hij hardnekkige clichés. Zoals het idee dat foto's het geheugen kunnen opfrissen. ‘Een foto heeft herinneringen nodig om werkelijk een voorstelling te zijn.' Veel vaker schuift juist het beeld van de foto voor het ware portret van oude vrienden of verloren dierbaren.
Vergeten is door onze herinneringen gemengd, als gist door deeg. De ‘eerste herinnering' markeert niet alleen het begin van ons geheugen, maar onderstreept tegelijk de vergeten jaren die daaraan vooraf zijn gegaan. Het geheugen zou niets onthouden, als het niet ook selectief zou wissen.

Daan van Golden : Apperception / edited by Devrim Bayar, Emiliano Battista ; essays by Devrim Bayar, Sven Lütticken and Erik Thys. - Amsterdam : ROMA Publications, 2012. - 224 p. : ills. ; 30 cm. - english / nederlands
From the early diametric abstraction to the recent series of silhouette paintings, passing through photographic works and ephemera never printed before, this book offers the most comprehensive gathering of Daan van Golden's work to date. It includes, moreover, a complete list of work, arranged by medium and chronologically, and the collections that hold them.

Buch Book # 9 / Hans-Peter Feldmann. - Köln : Verlag der Buchhandlung Walther König, 2007. -208p. : ills. ; 31 cm
Düsseldorf-based Hans-Peter Feldmann is a passionate collector of images and stories, an original thinker and one of the first conceptual artists. This is Feldmann's most personal book, a racy parcours through images before and behind the retina: clouds and strawberries, women in graceful poses, pants that don't fit, the longing of retired civil servants, flying people, Christmas decorations, soccer images, collections of country-code plates and much more. These images are at once common, strange, smart, stupid and human. Of his focus on the "poetic moments of the ordinary," a 2003 review in Artforum said, "It is precisely this continual, ever-expanding reflection on and skepticism about the various functions and values of images, their truth content and modes of employment, that make Feldmann's work now seem seminal. And his relevance to contemporary art practice derives not least from his acknowledgment of the arbitrary relationship between signifier and signified, the moments of displacement and projection inherent in every form of representation."