Eerste reacties op het artikel in DHC

Lex Plompen, kunstliefhebber (niet betrokken bij Stroom) - mei 2010

Geachte redactie,

Eersteklas analyse van Theo Monkhorst, dat uitpluizen van statuten en jaarverslagen van Stroom (Den Haag Centraal van 28 mei). Een ambtenaar die om bezuinigingen verlegen zit zou het hem niet verbeteren. Er ontbreekt maar één aspect: oog voor de zeldzame prestaties van Stroom. Den Haag mag zich gelukkig prijzen met een instelling die met zoveel durf, initiatief en betrokkenheid voor kunst in de stad zorgt. Gelukkig maar dat Stroom zich uit het stadhuis heeft geëmancipeerd. Dat zou Monkhorst als VVD-er toch ook dierbaar moeten zijn: geen overheid als albedil, en zeker niet als het om de kunst gaat. Ik moet nog zien hoe een ambtelijke dienst voor elkaar krijgt wat Stroom is gelukt. Hadden we dan die unieke Turrell in Kijkduin gekregen? Of het sokkelproject? Of die kunstenaarsruimten waar bijvoorbeeld pas nog Navid Nuur is ontdekt? Als het Haagse kunstenbeleid al aan heroverweging toe is, laat dan geleverde prestaties het uitgangspunt zijn, en niet de vraag of alles volgens het boekje gaat.  Stroom levert waar voor zijn geld. Laten we er zuinig op zijn. Andere steden benijden ons.

Joop van der Waart, kunstliefhebber en oud bestuurslid van Stroom

Theo Monkhorst (oud gemeenteraadslid voor de VVD) vindt dat een heroverweging Haags beleid beeldende kunsten noodzakelijk is. De argumenten, die hij hiervoor gebruikt vraagt om een reactie.

Ik  vraag mij af of dit artikel een opmaat is om de voorgestelde draconische bezuinigingen op de kunstensector in Den Haag aan de Haagse Burger te verkopen. Het is vooral de VVD, die landelijk en locaal in alles laat blijken harder op het gebied van cultuur te kunnen en willen bezuinigen dan de PVV. En wat is dan makkelijker om een instelling als Stroom de maat te nemen. Je suggereert dat er veel kritiek is uit kringen van kunstenaars. Je toont dat niet aan, maar zegt dat kunstenaars afhankelijk van Stroom zijn en dus hun kritiek niet durven uiten en komt met één artikel in het Pulchri blad van Peter Blokhuis. Een artikel dat overigens bol stond van  rancune en op inhoud becommentarieerd is door de directeur van Stroom, Arno van Roosmalen in een daaropvolgend nummer van Pulchri. Daarna is nooit meer iets vernomen.

Wat wel een gegeven is dat oudere kunstenaars, die destijds gewend waren om te kunnen bestaan middels de Beeldende Kunstregeling (BKR) bij beëindiging van die regeling in grote financiële problemen kwamen.  Het is echter niet zo dat Stroom Haags Centrum voor Beeldende Kunst destijds is opgericht om de BKR in Den Haag uit te voeren. Er kwam helemaal geen geld vrij van de BKR regeling. Het Rijk trok een groot gedeelte van dit BKR geld terug en de gemeenten mochten hun kunstenaars best subsidiëren, maar moesten daar dan wel gemeentegeld voor vrijmaken. De gemeente Den Haag heeft wel geld vrijgemaakt voor een Haags beeldend kunstbeleid, maar niet voor voortzetting van een Haagse BKR.
De heer Monkhorst heeft zich daar destijds ook niet sterk voor gemaakt.

Hij heeft vijf statutenwijzigingen met elkaar vergeleken. De jaarverslagen geanalyseerd en relevante stukken bestudeerd en komt dan tot de conclusie dat een onderzoek noodzakelijk is om de middelen voor uitvoering (voorwaardenscheppend beleid voor Haagse kunstenaars) en beleidsvorming op het gebied van de stedelijke omgeving, nationaal zowel als internationaal   beter in kaart te brengen en na te gaan of  deze twee hoofddoelen van bestaan voor Stroom wel samen kunnen gaan in één instelling.

Een gesprek met bestuur en directie van Stroom had de heer Monkhorst al op andere gedachten kunnen brengen. Maar daar is hij maar niet aan begonnen. Misschien vertrouwt hij bestuur en directie niet, maar dan had hij naar de gemeente(raad) kunnen stappen en kunnen vragen of zij al die jaren misleid zijn door Stroom en of er financiële malversaties plaats vinden.
Zij kunnen daar antwoord op geven, want Stroom is gehouden om jaarlijks verantwoording af te leggen over hun ontvangen gemeenschapsgelden en over de resultaten van het door Stroom uitgevoerde programma.
Dit is waarschijnlijk zijn bedoeling niet, want hij schrijft zelf dat Stroom een begrip is in de Haagse, Nederlandse en Internationale culturele wereld. De enige opmerking van de heer Monkhorst in zijn artikel die klopt en niet suggestief of zelfs onjuist geformuleerd is.

Als de heer Monkhorst de moeite had genomen om kennis te nemen van de glossy Den Haag/ van 2008 en 2010 Den Haag//  Magazine about Art in Den Haag, uitgegeven door Stroom en gratis verkrijgbaar, dan had hij vanuit zijn huiskamer een completer beeld gekregen wat er aan beeldende kunstactiviteiten in Den Haag plaatsvindt. Zelf de stad intrekken en het aan den lijve ondervinden wat er aan beeldende kunst activiteiten plaatsvindt waar Stroom , de gemeente vertegenwoordigend, actief, ondersteunend en stimulerend op vele plaatsen aanwezig is, had ook geholpen zijn mening bij te stellen.

De beeldhouwer Kim de Ruysscher, die dit jaar zijn beelden exposeert op het Lange Voorhout, in de Kloosterkerk en bij Heden zegt in een interview in de Sculptuur Den Haag 2010  krant:" Hier in Den Haag is het klimaat voor kunstenaars zelfs voortreffelijk. Hier worden kunstinitiatieven gestimuleerd en er zijn fondsen om te helpen. Er is bijvoorbeeld de stichting Stroom, een voortreffelijke organisatie voor de kunst. Waar op de wereld zou ik immers zo'n mooi atelier kunnen hebben als hier in de Binckhorst. Hij werkt in het gebouw "De Besturing" in de Binckhorst wat geldt als broedplaats voor jonge kunstenaars en mede door Stroom is gerealiseerd.

Mijnheer Monkhorst richt uw blik op het heden en niet op wat twintig jaar geleden is gebeurd. De nieuwe generatie kunstenaars staan heel anders in het leven dan uw oude maatjes.

Uiteraard bepaalt de gemeenteraad het kunstbeleid in Den Haag. Ik weet zeker dat zij kritisch het beleid en de uitvoering daarvan volgen, maar zij zijn ook trots op een instelling als Stroom, die Den Haag in Nederland en Internationaal op de kaart heeft gezet,  op het gebied van beeldende kunst, vormgeving en architectuur.
 

4/6/2010 - Eelco van der Lingen, directeur Nest

Geachte redactie,

Ik stuur u graag onderstaande reactie naar aanleiding van het ingezonden stuk van Dhr Monkhorst in de Den Haag Centraal van 28 mei:

Theo Monkhorst roept in een ingezonden stuk in de Den Haag Centraal van 28 mei op tot een splitsing van Stroom en bekritiseert de relatie tussen Stroom en het Haagse Kunstenaarsveld.

De heer Monkhorst trekt conclusies uit de aanpassing van de statuten van Stroom die ik niet kan volgen. Dat beleid en doelstellingen veranderen lijkt me logisch, zeker na 20 jaar. Het monopolisme dat de heer Monkhorst zo ziet ontstaan kan ik alleen maar lezen als een subjectieve interpretatie. Het zou in ieder geval niet mijn conclusie zijn.

De relatie met de Haagse kunstenaar of het Haagse kunstenaarsveld is een terugkerend thema als het gaat om de bezwaren richting Stroom. Deze verwijten komen dan van kunstenaars die weinig aan Stroom hebben en die dat betrekken op het gegeven ‘wij zijn het kunstenaarsveld'. Tot de geboorte van Stroom waren ze dat ook, vaak op een heel erg  monopolistische manier in stand gehouden door Pulchri en Haagse kunstkring. Inmiddels is het wel discutabel of een dergelijk ‘wij zijn het kunstenaarsveld‘ nog wel opgaat, want de relevantie voor de (Haagse) kunst is vaak ver te zoeken.
Het beleid en het gezicht wat ontstond door het monopolie van de kunstenaarsverenigingen was redelijk catastrofaal voor Den Haag als kunststad. Dat is sinds het ontstaan van Stroom wel veranderd.

Een verandering van de Haagse kunstwereld is ook flink gestimuleerd door de rol sinds de jaren 70/80 van de kunstenaarsinitiatieven, die de natuurlijke rol van de verenigingen overnamen als het ging om ontwikkeling en discours. Het heeft geleid tot een nu bloeiende kunststad Den Haag met een veelheid aan initiatieven en een kwalitatief goed en breed aanbod aan kunst en kunstenaars, waarbinnen overigens ook Pulchi een bescheiden plaats inneemt.

Stroom heeft hier, zeker sinds Arno van Roosmalen aan het stroom roer kwam te staan, een hoop aan bijgedragen. Er zijn door Stroom in de ondersteuning en stimulering van kunstenaars door middel van tentoonstellingen, publicaties en projecten absoluut andere keuzes gemaakt dan ten tijde van Pulchri en BKR.
Laten we daar nu vooral heel erg blij mee zijn, want Den Haag is opgebloeid. We zijn uit het nationale isolement getrokken en doen het ook internationaal beter dan ooit tevoren.

Dat het zuur kan zijn voor de oude garde is begrijpelijk. Het is ook niet verbazend dat uit de oude Pulchrikringen zo af en toe nog protesterende stuiptrekkingen naar voren gebracht worden. Het is wel verbazend dat Den Haag Centraal ze afdrukt.


2/6/2010 - Danielle van Zuijlen, kunstenaar-curator, Gent

Beste mensen,

Wat een ongelofelijk staaltje persoonlijke politiek van mijnheer  Monkhorst. Er was slechts 1 kritische kunstenaar nodig voor een dergelijk, in deze tijden echt gevaarlijk stuk in de krant, waarmee velen jaren van zeer goed en succesvol werk in diskrediet worden gebracht.

Den Haag moet trots zijn op Stroom! Het is het enige CBK in Nederland dat er in is geslaagd om om zo'n specifiek profiel, gericht op de stedelijke omgeving te staven met een uitstekende, zelfs internationale reputatie. Monkhorst benoemt die reputatie, maar gebruikt het succes van Stroom als argument dat daarmee de link met de Haagse kunstenaars zou zijn doorgesneden. Dat is  een denkfout, en bovendien een stelling die hij nalaat te beargumenteren. Haagse kunstenaars functioneren niet in een Haags isolement, maar hebben juist enorm veel baat bij een een instituut als Stroom, dat er alles aan doet om het kunstklimaat in de stad op velerlei manieren te stimuleren.

Naast de directe stimulerende activiteiten zoals subsidies, draagt Stroom juist ook bij aan dat klimaat door een kwalitatief programma te brengen.  Het is juist de combinatie van Strooms activiteiten, met de internationale orientatie van het programma, die bijdraagt tot de ontwikkeling van een bloeiend kunstklimaat. Een klimaat dat zijn uitwerking heeft op de leef- en werkomgeving van iedere Haagse kunstenaar. Er zijn in Den Haag veel kunstinitiatieven, maar een plek als Stroom heeft een belangrijke bindende en stimulerende functie. Onder andere door het stimuleren van internationale relaties onder kunstenaars en  kunstenaarsinitiatieven draagt Stroom bij aan een serieuze toekomst voor Haagse kunstenaars. De verbindingen die Stroom hen helpt te maken, door bijvoorbeeld orientatiereizen en bezoeken van internationale curatoren, creeren echte kansen voor de toekomst van Haagse kunstenaars. Zonder Stroom zou Den Haag een heel stuk armer zijn, en minder aantrekkelijk voor kunstenaars om zich er te vestigen of er te blijven na hun studie.

Ik ben geschrokken van dit artikel, vooral omdat Stroom in mijn ogen juist een zeer goed functionerende organisatie is die het lokale met het internationale weet te verweven, en daarmee de afgelopen decennia zeer veel heeft betekend voor de ontwikkeling van het cultuurklimaat in Den Haag, en zeker ook voor Haagse kunstenaars. Als Stroom voor de bijl zou moeten omdat het zich niet voldoende op Den Haag zou richten, zou ik niet kunnen benoemen welk instituut in den lande het wel goed doet. Dan mag Nederland serieus vrezen voor haar toekomstige kunstklimaat.

2/6/2010 - Kees Koomen, Haags kunstenaar en blogger

In Den Haag Centraal verscheen afgelopen week (jaargang  4, nummer 150) een artikel van Theo Monkhorst getiteld "Heroverweging Haags beleid beeldende kunsten noodzakelijk". Hierin laakt hij het functioneren van STROOM dat zich volgens hem van "centrum ter bevordering van hedendaagse beeldende kunst in Den haag, een service en adviesbureau ten behoeve van Haagse kunst en adviseur van de gemeente" ontwikkelde tot een club met de doelstelling  "beleid met name gericht op de stedelijke omgeving, het ontstijgen aan de beslotenheid van de gespecialiseerde kunstwereld en de vorming van een kenniscentrum, als intermediair tussen kunsten en diverse  partijen op het gebied van de stedelijke omgeving". Hij stipuleert dat de band met de Haagse kunstenaars is doorgesneden, afgezien van het gebied van voorwaarden scheppend beleid en dienstverlening op een aantal gebieden.  STROOM zou voornamelijk functioneren als producent, kenniscentrum  en intermediair, Monkhorst noemt dat een denktank. De gemeente zou buiten spel staan en slechts eens in de vier jaar middels het subsidiebeleid in de vierjarenplannen richting mogen geven aan een beleid wat door STROOM bepaald wordt. Het bestuur, waarvan nog slechts twee beeldend kunstenaars deel uit zouden maken, schiet volgens Monkhorst te kort in het toezicht op het functioneren en vernieuwen van diverse commissies en hier zou de gemeente volgens hem eens naar moeten kijken. Het grootste bezwaar lijkt Monkhorst te hebben tegen de combinatie voorwaarden scheppend beleid  voor Haagse beeldende kunst en kunstenaars - onafhankelijk instituut dat zich bezig houdt met beleidsvorming op het gebied van de stedelijke omgeving.

Ik begrijp niet goed wat Monkhorst wil in deze tijd van crisis en bezuinigingen: het culturele veld uiteen spelen en de gemeente wapens in handen geven om flink te snijden in de uitgaven aan kunst en cultuur? Wil hij de Haagse kunstwereld het lekker onder elkaar laten uitzoeken zonder haar werk in een nationale of internationale context te beoordelen? Twijfelt hij ook aan het principe van Thorbecke dat kunst en cultuur gescheiden moeten blijven zoals in bepaalde kringen gebeurt? Wethouder Gehrels van Amsterdam pleitte o.a. voor meer invloed van de politiek op de besteding van subsidiegelden om kunst mede dienstbaar te laten zijn aan de belangen van de gemeente. 

Hoe dan ook heeft hij zich kennelijk te veel op de papieren gestort  en lijkt hij niet echt goed op de hoogte van wat er in Den Haag is gebeurd op het gebied van beeldende kunst en welke rol  STROOM daarin speelt. De band met de beeldende kunsten is helemaal niet doorgesneden: het is juist mede door het stimulerende beleid van STROOM dat er een levendig en breed cultureel  veld is ontstaan waar buiten Den Haag jaloers naar gekeken wordt zoals ik regelmatig te horen krijg. De directeur en medewerkers van STROOM zijn veelvuldig aanwezig bij tentoonstellingen en stellen zich ook aanspreekbaar op. Door de onderwijsinstellingen die zich in Den Haag bevinden wordt in vele disciplines en ook interdisciplinair gewerkt en dat wordt getoond. STROOM heeft ook hierin een faciliterende functie. Het magazine DH// wat recent op Art-Amsterdam voor de tweede maal verspreid werd laat slechts een deel van dat alles zien, we mogen hopen dat dit magazine regelmatig uit blijft komen. De beeldende kunst in Den Haag was overigens op de beurs erg goed vertegenwoordigd met diverse instellingen en galerieën die direct of indirect met STROOM te maken hebben. De beslotenheid van de (Haagse) beeldende kunstwereld wordt hiermee doorbroken. Dat is een beleidsvoornemen van STROOM wat op een aantal manieren vorm krijgt en wat voor beeldend kunstenaars in Den Haag alleen maar voordelen heeft.

STROOM heeft in de loop van de tijd een beleid voor kunst in de openbare ruimte ontwikkeld wat flink de aandacht heeft getrokken en wat ook voor de beeldend kunstenaars in Den Haag veel heeft opgeleverd. Op enig moment heeft juist de gemeente in de subsidiëring  van STROOM een architectuurpoot toegevoegd in de vorm van het architectuurplatform. STROOM doet dat in samenwerking met het BNA en HAAC en de projecten die daaruit voort komen worden veelal extern gefinancierd, de bureaus in Den haag en omgeving doen daar flink aan mee en leveren ook  vrijwilligers voor opzet en organisatie. Binnen het uitgangspunt dat beeldende kunst beleid binnen de stedelijke omgeving geprojecteerd moet worden lijkt me dit een tamelijk consistente stap die een synergetische uitwerking heeft. Volgens mij is de dienstverlening en het voorwaarden scheppend beleid voor beeldende kunst in Den Haag een succes en de activiteiten die STROOM daarnaast vertoont vormen daarmee een gelukkige combinatie. Dat een instituut als STROOM smoel gekregen heeft en de Haagse kunstwereld helpt een actief en levendig  beeld te tonen betekent dat het beeld van Haagse kunstenaars  in Nederland en daarbuiten positiever wordt. Individuele kunstenaars hebben daar regelrecht baat bij.

Al bij al mogen beeldend kunstenaars blij zijn dat ze in Den Haag wonen waar een instelling als STROOM bestaat. Ze moeten er alleen wel gebruik van maken.

Klik hier voor chmkoome's blog

1/6/2010 - Trendbeheer, klik hier